F-gassenverordening

Gevolgen van de EU-F-gassenverordening voor perslucht-koeldrogers

De nieuwe F-gassenverordening EU 517/2014 moet zorgen voor een daling van de uitstoot van gefluoreerde broeikasgassen en zo voor een begrenzing van de klimaatverandering. Deze is in Europa bindend recht. 

De verordening verbiedt het op de markt brengen van bepaalde broeikasgassen en koelinstallaties en zorgt bovendien via een quotasysteem voor een aanzienlijk beperkt marktaanbod van in de handel verkrijgbare koelmiddelen. Voor koeltechnische bedrijven en exploitanten legt zij bovendien meer regels vast voor de omgang met gefluoreerde broeikasgassen.

Aan de hand van de meest gestelde vragen proberen wij hieronder die vrij complexe materie begrijpelijker te maken voor dagelijks gebruik. Meer informatie vindt u in het positiedocument.

Is het voor de exploitant zinvol om een voorraad R-404A voor service aan installaties aan te leggen?

Nee. Gefluoreerde broeikasgassen mogen voor de installatie, onderhoud en reparatie alleen aan bedrijven verkocht worden die conform de verordening gecertificeerd zijn of gecertificeerd personeel tewerkstellen. Bovendien moet in acht worden genomen dat nieuw R-404A vanaf 01/01/2020 voor servicedoeleinden alleen nog voor installaties met een capaciteit van minder dan 10,2 kg mag worden gebruikt. Daarom moet de omschakeling naar een alternatief koelmiddel gecontroleerd worden.

Wie betreft de nieuwe F-gassenverordening?

Het positiedocument is relevant voor lezers die in de EU koeldrogers kopen, verkopen, gebruiken, onderhouden, repareren of afvoeren.

Om welke koeldrogers gaat het?

Koeldrogers die in de EU geïmporteerd, geproduceerd, gebruikt, onderhouden, gerepareerd en afgevoerd worden, wanneer zij voor hun gebruik gefluoreerde broeikasgassen vereisen. Moderne installaties gebruiken doorgaans fluorkoolwaterstoffen (HFKW) als koelmiddel. Dat zijn zulke gefluoreerde broeikasgassen. 

Dit positiedocument classificeert koeldrogers voor droging van perslucht en inerte gassen conform de verordening als vaste koelinstallaties. Het bestempelt koeldrogers als koelinstallaties die ontworpen zijn voor ambachtelijk en industrieel gebruik. Voorschriften voor het op de markt brengen van huishoudelijke koel-, vriesapparaten of inrichtingen voor commercieel gebruik gelden niet voor koeldrogers.

Wat verandert er t.o.v. de oude F-gassenverordening?

De oude F-gassenverordening EU 842/2006 werd op 01/01/2015 opgeheven met de verordening EU 517/2014. De oude vereisten werden in principe behouden en verder uitgebreid. Voor de volgende toepassingen werd in het bijzonder relevante inhoud voor koeldrogers opnieuw gedefinieerd:

  • Beperking van het marktaanbod van momenteel gebruikelijke koelmiddelen (art. 14 e.v.)
  • Publicatieverplichtingen voor koeldrogers en hun koelmiddelen (art. 12)
  • Verbod van R-404A voor het onderhoud van drogers met capaciteiten vanaf 10,2 kg (art. 13)
  • Verbod van het op de markt brengen van R-404A-koeldrogers (art. 11) 
  • Nieuwe grenswaarden en documentatieverplichtingen voor dichtheidscontroles (art. 3-4, 6)
  • Certificering van het servicepersoneel (art. 10)
  • Terugwinning van koelmiddelen aan het einde van de levensduur (art. 8).
Worden de momenteel gebruikelijke koelmiddelen voortaan niet meer aangeboden?

Momenteel zijn alle gebruikelijke koelmiddelen voor koeldrogers op de markt verkrijgbaar. De beschikbaarheid van bepaalde koelmiddelen zal afnemen. Bepaalde koelmiddelen, zoals R-404A, worden in afzienbare tijd compleet van de markt gehaald. De individuele duur en omvang van de beschikbaarheid van de actuele koelmiddelen hangen vooral af van hun bijdrage aan het broeikaseffect. Deze wordt berekend op basis van het product van het stofspecifieke aardopwarmingsvermogen, ook kortweg “GWP” (“global warming potential”) genoemd, van een koelmiddel en diens telkens in aanmerking genomen massa in metrische tonnen. Dit product wordt CO2-equivalent genoemd.